Programma

Uitgangspunt zijn de Unidades 0 t/m 4 van Aula internacional plus 1 over:

  • Kennismaken; het alfabet, je eerste woorden, groeten en afscheid nemen.
  • Jezelf voorstellen; nationaliteiten, beroepen, telefoonnummers.
  • De Spaanse en Latijns-Amerikaanse cultuur, gewoonten (eten en drinken, iets bestellen in een restaurant).
  • Beschrijven van plekken (je woonomgeving), het weer en het klimaat, de seizoenen.
  • Winkelen; diverse winkels en leren hoe je iets bestelt, koopt in een winkel met de bijbehorende woordenschat.

Zie hieronder wat je per les leert.

Les 1
  • Wij leren de eerste Spaanse woorden.
  • Jezelf op verschillende manieren voorstellen
  • Saludos y despedidas (elkaar groeten/afscheid nemen)
  • Uitspraak en alfabet
Les 2
Les 3

Wij leren spreken over persoonlijke gegevens (waar je woont, je telefoonnummer, beroep, leeftijd, nationaliteit).

Wij leren bepaalde en onbepaalde lidwoorden (mannelijk vrouwelijk).

Wij leren de vervoeging van de werkwoorden llamarse, ser en tener.

Les 4

Herhaling van het tot nu toe geleerde aan de hand van de tot nu toe behandelde onderwerpen.

Les 5

Aan de hand van de Spaanse en Latijns-Amerikaanse cultuur leer je:

  • aangeven wat je van plan bent te doen (met het nieuwe werkwoord ir a hacer = gaan doen).
  • uitbreiden van je woordenschat met betrekking tot ‘vrije tijd’.
Les 6
  • Wij leren een bepaalde motivatie geven met por/para/porque (om/om te/omdat).
  • We leren zeggen wat wij willen (met gebruik van het werkwoord querer).
  • Wij leren een land beschrijven.
Les 7
  • Wij gaan door op het beschrijven van een land en het aangeven van wensen/gewoonten
  • Wij leren iets bestellen in een restaurant (uitbreiding woordenschat eten en drinken)
Les 8
  • Wij leren de seizoenen
  • Wij leren het beschrijven van weer en klimaat, windrichtingen.
Les 9

Herhaling/oefenen van het geleerde tot nu toe, uitbreiding woordenschat.

Les 10
  • Wij leren de vervoeging van estar en het verschil in gebruik van hay/ser/estar.
  • Wij leren het verschil in gebruik van muy/mucho (veel).
  • Wij herhalen, gaan door op het beschrijven van landen/plekken; ons eigen land.
Les 11
Les 12

Wij herhalen en gaan door op het geleerde in de vorige les en breiden onze woordenschat en grammaticale kennis verder uit; winkels, winkelen, aanwijzende voornaamwoorden, voorkeuren aangeven.